Wanneer je aan Portugal en toerisme denkt, denk je aan de ruige kust, de witte stranden in de Algarve, de uitkijkpunten in Lissabon en alle pareltjes van Porto. Vaak vergeet je de kleinere plekken, waar je in Lissabon ook prachtige gebouwen en paleizen vindt. Een van de belangrijkste toeristische attracties, buiten de bekende steden is het Palacio Nacional de Queluz. In het gelijknamige plaatsje Queluz. Het paleis stamt uit de 18e eeuw een heeft een gemengde stijl van Barok en Rococo. Vanuit Lissabon, is Queluz makkelijk te bereiken en dus besloten we twee weekenden geleden om eens een kijkje te gaan nemen!
Hoe kom ik er?
Om bij het paleis te komen, stapten we in Lissabon op de trein. Je kunt dit doen vanaf verschillende stations. Rossio, Entrecampos, Benfica, Sete Rios, Oriente, zolang je de Linha de Sintra richting Sintra pakt, zit je goed. Je kunt er vervolgens zelf voor kiezen om bij station Queluz-Belas of bij station Monte Abraão uit te stappen. Vanaf beide stations, is het niet al te ver lopen. De route is niet bijster bijzonder en je zal je verbazen, dat je aan het einde van de route aankomt bij het mooie paleis en een kerk in de net zo mooie blauwe kleur.
Geschiedenis
In 1747 gaf Pedro III de opdracht tot de bouw van het paleis. Pedro III is de echtgenoot van koningin D. Maria en de jongste zoon van Joao V. Het betrof de opdracht op zijn jachtverblijf om te bouwen naar een rococopaleis. Mateus Vicente, de architect, werd hier voor in aanmerking gesteld.
De bouw begon bij het centrale deel. Echter, na het huwelijk tussen Pedro en zijn nichtje de toekomstige Maria, werd het paleis gauw uitgebreid. Het robillon paviljoen en de prachtige uitgestrekte tuinen werden toegevoegd. In de tuinen vind je onder andere een kanaal betegeld met de bekende Azulejos, waar de familie op uit varen ging. Uiteindelijk, toen Maria I op de troon kwam, werd het paleis een officiële residentie van het Portugese Koningshuis.
Het paleis een goed voorbeeld, misschien wel een van de beste van de Portugese architectuur aan het einde van de 18e eeuw. De rijk versierde zalen en kamers, met barokke meubels zijn prachtig om te zien. Het paleis is verreikt met spiegels. Dit is vooral terug te zien, in de troonzaal. Waar de wanden volledig bekleed zijn met spiegels in combinatie met prachtig verguld houtsnijwerk.
Naast alle pracht en praal van het paleis, heeft het paleis ook een belangrijk museum voor decoratieve kunsten. De collectie hiervan, behoorde grotendeels toe aan de koninklijke familie, je ziet verschillende stukken dan ook terug in het paleis. Denk hierbij aan schilderijen, zilverwerk, maar bijvoorbeeld ook muziek instrumenten!
Verval en brand
Na zijn rijke geschiedenis, zakt het paleis weg in het stof. Zo ergens aan het begin van vorige eeuw. Het verval is ernstig en daardoor moet er in de jaren ’20 en 30’ een grote restauratie aan te pas komen. Echter, vindt er in 1934 een grote brand plaats. Dit is een grote tegenslag in de restauratie, waardoor deze een stuk langer duurt dan verwacht. In de jaren hierna, krabbelt het paleis stukje bij beetje weer op en zeker de tweede helft van vorige eeuw, heeft het paleis goed gedaan.
Toch, zal je ook dezer dagen nog zien, dat het paleis nog lang niet is wat het zou moeten zijn. Het is nog altijd volop in restauratie en ook de mooie blauwe kleur vervaagd snel. De verf op kalkbasis, moet regelmatig bij gewerkt worden.
Wat wel mooi is, een groot deel van de meubelen nog de originele meubels zijn. Ze mogen dan versleten en oud zijn, dit geeft het bezoek aan het paleis wel charme. In plaats van dat je naar perfecte replica’s staat te kijken. Alsof ze nooit gebruikt zijn en het paleis nooit bewoond is geweest.
Tegenwoordig…
Tegenwoordig is het paleis en toeristische trekpleister, die toeristen en liefhebbers naar Queluz trekt. Echter, hoef je je geen zorgen te maken over lange rijen en ongelofelijke drukte. Ondanks, dat het een prachtige plek is, komen er geen duizenden mensen per dag op af. Zoals je verderop in de gemeente Sintra hebt, met de prachtige paleizen die je daar hebt. Daarom biedt dit paleis je een heerlijke rustig dagje uit. Rondstruinen en je ogen uit kijken in het prachtige paleis en daarna verdwalen in de prachtige tuinen. Waar je de mooiste fonteinen met de gekste figuren vind. Het mooie is, is dat je niet gelijk te zien krijgt hoe mooi het paleis aan de voorkant is. Je gaat naar binnen aan de zijkant en komt naar buiten aan de zijkant, wij hebben eerst de tuinen aan de zijkant bezocht en zijn daarna richting de voorkant van het paleis gelopen. Het is adembenemend! Wat een plaatje.