Normaal schrijf ik altijd pas de dag erna het verslag van mijn race. Vaak wanneer ik een dik PR loop of een andere mooie prestatie… Dan de dag zelf, om in de emotie te blijven en te kunnen schrijven. Dat is ook de reden waarom ik hem nu ‘s avonds al schrijf, maar dit keer met een iets minder fijne reden: DNF. Een dikke vette did not finish.

Om half zes gaat m’n wekker. Elk jaar weer de vroegte naar Rotterdam. Enige verschil dit jaar is dat ik de marathon ga lopen in plaats van de kwart. Ik ben stront zenuwachtig en sorry voor mijn ouders en zusje, dat is pittig te merken aan mijn humeur wanneer we eenmaal aankomen in Rotterdam. Normaal pakken we de metro naar de beurs, maar dit keer besluiten we te lopen. Na een beetje twijfel vragen we de weg, maar worden de verkeerde kant op gestuurd terwijl we eigenlijk gewoon goed liepen. Dat begint al goed… Eenmaal bij beurs blijkt de expo dicht, dan maar gauw m’n nummer halen en m’n laatste voorbereidingen doen. Ik besluit vroeg naar het startvak te gaan zodat de rest een koppie kan halen. En gelukkig maar! Mama loopt nog even met me mee, niet veel later staan we compleet vast in de menigte. Stress onder de lopers die toch echt graag het startvak in moeten. En ook stress voor mij, ik moet m’n trainingspak nog uit, insmeren, schoenen aan… En dit tempo? Ben ik blij al ben ik op tijd bij het startvak ben. Maar goed na wat irritaties hebben we eindelijk de ruimte en kan ik alles regelen. Ik ben gelukkig als nog ruim op tijd. Ik knuffel m’n moeder gedag en sta nu al bijna te huilen, jeetje wat is dit spannend!

Voordat ik het weet zijn alle startwaves voor ons van start en zijn wij aan de beurt. Nog een paar stappen en dan mag ik!

Kilometer 1 t/m 5:
Ik besluit toch wat sneller te starten dan de bedoeling is. Waarschijnlijk is het voor in het startvak wat rustiger en kan ik een fijner plekje vinden zonder achter de grote menigte te moeten blijven hangen. Eenmaal ene fijn plekje gevonden, zak ik iets in tempo en begint het echt! Ik loop eigenlijk best lekker…. Ondanks de warmte en kan lekker het tempo erin houden. Ik weet dat ik dit niet de hele marathon vol ga houden. Maar nu voelt het goed en straks zal ik terugzakken in tempo.

Kilometerbordje drie is de eerste die me opvalt… Dat gaat rap! Is het enige wat ik bij mezelf kan denken, ik loop heerlijk… Ja de warmte had wat minder gekend, maar ik loop ongekend lekker en zelfverzekerd. Op deze manier gaat het een top eerste marathon worden! Even voor kilometer 5 neem ik een bekertje water in ontvangst en vervolg ik mijn weg. Ik ben gewoon mijn eerste marathon aan het lopen en het gaat top!

Kilometer 5 t/m 10:
Op naar kilometer 10! Mijn volgende mentale puntje waar ik naartoe kan leven: M’n eerste gelletje. Echter begint rond de 6 kilometer mijn rechtervoet te slapen… Ik besluit het even aan te kijken. Op kilometer 7 wordt het dusdanig erg, dat ik langs de kant besluit om mijn veter wat losser te strikken… Wellicht is afknelling het probleem? Niet gek als je bedenkt hoe de boel uit kan zetten als je loopt en in deze warmte!

We lopen constant in de volle zon, ik merk dat ik nog steeds geen last krijg van de warmte. Maar dat ik hem wel steeds minder fijn vind. Niet gek natuurlijk, bedenkend dat het natuurlijk steeds warmer word. Rond ongeveer 7.5 kilometer houdt m’n voet op met slapen en loopt het gelukkig een stuk relaxter. Inmiddels komt kilometer 10 steeds dichterbij en ik merk dat het gelletje meer dan welkom is. En dat te bedenken dat ik normaal alles loop zonder. (Oke, behalve de marathon dan). Gelukkig duiken we even ergens een tunnel onder het is een korte, maar de schaduw is heerlijk. Vlak na het 9 kilometerbordje word ik verrast door Hjalmar en Marijn. Ik had ze niet meer verwacht, maar daar stonden ze om mij aan te moedigen in Rotterdam! Het gaf me genoeg energie om weer een tijd vooruit te kunnen. Op naar kilometer 10….

Kilometer 11 t/m 15:
Het gelletje doet me goed, of het zit in me oren? En ook de sfeer onderling met andere lopers en de supporters is hartstikke fijn! Hier en daar lopen er al wel mensen waarvan ik me afvraag waar ze het nog vandaan moeten halen de komende 30 kilometers.

Deze vijf kilometers loop ik weer naar een fijn doel toe! Zo rond de 15 kilometer zal mijn moeder staan al dan niet in het gezelschap van mijn vader of zusje. Met een heerlijk flesje water, waardoor ik de drankpost lekker over kan slaan. Hoe fijn is dat? Maar goed eerst moet ik nog lopen… 12, kilometer. Oh he nog 30 te gaan! 13 kilometer… Kijk nu raken we onder de 30 met nog te lopen kilometers! Nu kunnen we af gaan tellen! Voordat ik het weet wordt het echt weer druk met aanmoedigingen en moet ik op letten. Hier kunnen ze natuurlijk elk moment staan. En ja hoor! Vlak voor we het stuk opdraaien waar we even moet keren staan ze! Dankbaar neem ik het water in ontvangst, ze wensen me nog weer heel veel succes en ik loop verder. Op naar de 20 waar ik mijn volgende gelletje in mag nemen. Hopelijk blijft het zo lekker gaan!

Kilometer 16 t/m 20:
Op het keerpunt bereiken we kilometer 15. Vooralsnog gaat het eigenlijk prima. Ja het had 10 graden kouder mogen zijn, echt wel. Maar ik voel me nog fit en … AU! Wanneer we weer de weg opdraaien na het keerpunt en de waterpost, schiet het in m’n kuit. Serieus vandaag? Ik train hiernaartoe, ik heb nog nooit een blessure gehad en echt vandaag op de dag van mijn eerste marathon… Loop ik een blessure op? Ik had het kunnen verwachten, want vorige week in Hilversum liep ik er ook al redelijk tegenaan. Maar een weekje rust moest wel goed doen, dacht ik. Ik besluit even te rekken en om door te lopen. Inmiddels staan Hjalmar en Marijn alweer langs de kant, ze vrolijken me op en ik waggel door. Zo haal ik de 16 kilometer, maar niet veel later schiet het er weer in. Zo erg, dat ik bijna plat onderuit ga. Ik wandel even en start langzaam het rennen weer op… Het gevloek dat daarna uit mijn mond kwam, zal ik jullie besparen… Maar weer schiet het erin. Ik besluit weer te rekken en om precies zo te gaan lopen dat ik het niet voel en het er niet in kan schieten. Totaal niet verstandig natuurlijk, maar HELL NO dat ik ga stoppen! Er loopt verdorie vijf man voor me rond om me aan te moedigen in Rotterdam!

Ik loop door, maar van harte gaat het niet. Ik kan verdorie wel janken. Ik probeer me te focussen op het twintig kilometerpunt… Daar mag ik weer een gelletje en kan ik uitkijken naar het volgende punt waar mijn moeder en mijn zusje staan. Maar de kilometers duren lang op deze manier. Ik heb al op 100 manieren gelopen, maar inmiddels blijft de zeurende pijn hangen… Ik besluit het gelletje wandelend in te nemen, maar dat maakt tijden het rennen daarna maakt de steken in mijn kuit alleen maar onverdraaglijker.

Kilometer 21 t/m 24:
Goed, 20 gehad! We zijn bijna op de helft… De kilometers lijken inmiddels wel eeuwen te duren en de pijn wordt er niet fijner op. Ik ben inmiddels pittig gezakt in tempo, om te pijn te drukken en het toch mogelijk te maken om het einde van de marathon te halen, probeer ik echt heel langzaam te lopen… Maar dit kan ik niet, dit hou ik niet vol.

Op het halve marathon punt ben ik trots, de helft is gehaald! Al 6 kilometer gedaan met deze pijn, nu terug naar de Erasmusbrug en op naar het Kralingse Bos, daarna is het nog maar een stukkie. Even na kilometer 23 staan m’n ouders en m’n zusje. Ik prop gauw mijn nieuwe gelletjes in m’n telefoonhoesje, eet een banaan en neem een flesje water mee. Opnieuw krijg ik succes wensen en het maakt me oprecht zo gelukkig dat ik dit kan doen met deze steun en hulp! Maar goed, stilgestaan… Dus ik moet het lopen weer oppakken… Zo’n 500 meter later is het weer raak en begin ik er klaar mee te maken. Zo lekker als het ging, zo positief als ik was over het verloop van de eerste 15 kilometer zo klaar raakte ik er nu mee. Ga ik echt een blessure forceren en nog zo’n 18 kilometer doorlopen met deze pijn? Of stap ik heel verstandig uit, bel ik de rest op en stop ik er mee.

Wanneer het er weer inschiet door een misstap, is dat besluit snel gemaakt. Nog even loop ik door… Het is al zo’n 8/9 kilometer een battle geweest tussen uitstappen of doorlopen en ook nu, nu ik zoveel pijn moet verbijten, twijfel ik nog! Ik realiseer me dat zo verder lopen echt niet verstandig is en dat m’n ouders en zusje nu nog in de buurt zijn. Met pijn in mijn hart, besluit ik uit te stappen. Huilend stap ik naar de kanten en bel ik m’n moeder op. Ze zijn gelukkig nog in de buurt en komen snel mijn kant op. Ookal lijkt het wel een eeuwigheid… Ik kan m’n tranen niet binnenhouden en helemaal niet wanneer m’n moeder en zusje komen aangelopen. Alles komt eruit, jezus wat ben ik teleurgesteld… Wat ben ik pissig en wat voel ik me een mislukkeling. Ik was toch getraind? Ik ging dit toch gewoon doen? Het maakt me ook niet uit dat iedereen het ziet. Ik baal honderdduizend procent. Bel huilend Hjalmar op, om de boel uit te leggen. Was ik eindelijk een beetje bijgekomen, komt het er weer met bakken uit. Heb ik het hiervoor gedaan?

Wanneer ik ben bijgekomen van m’n tranen met tuiten, besluiten we terug te gaan. Ik spreek met Hjalmar en Marijn af bij de Blaak en ook mijn vader komt daarnaartoe… Lopend, of meer waggelend… Lopen we terug naar het metrostation. Gepasseerd door alle lopers die het nog wel volhielden. Met een steek in m’n hart besluit ik echt te gaan stoppen in plaats van weer te gaan. Hoe groot de verleiding ook is, maar ik kan het beter een andere keer proberen en nu niet een blessure gaan forceren… Dat ik er misschien een tijdje uitlig vind ik al erg goed, hoe sneller het weer kan, hoe beter. Maar doordat m’n kuit nu ook nog eens ontzettend stijf is, is het een ramp om overal en nergens te komen. Wandelen is al een ramp, hoe had ik dit nog vol moeten houden zonder ook de rest van mijn lichaam te verkloten?

We sluiten de dag af op een terrasje, waar ik in de volle zon… Steeds meer trotse finishers zie rondlopen met hun medaille! Die mooie, zware die ook om mijn nek had moeten hangen. Het doet pijn om al die gelukkige lopers te zien. Ja tuurlijk hebben ze het goed gedaan, maar dat had ik ook gewild! Naarmate we langer zitten, is de afleiding gelukkig wel fijn. Maar op de terugweg in de trein en bij Den Ruygen Hoek, waar we met zijn zessen nog wat eten, is het pittig confronterend om mensen met een medaille te zien lopen. In plaats daarvan loop ik mank en met heel veel moeite. Ook thuis dringt het even goed tot me door en vraag ik me af of ik het echt niet gered had? Het waren tenslotte nog maar 18 kilometers… Maar ik weet, dat ik een verstandige keuze heb gemaakt en dat ik daar trots op moet wezen. Maar voor nu, baal ik ontzettend van m’n blessure… Elke handeling doet pijn en kost mega veel energie. Daarbij voelt het alsof ik mega erg gefaald heb. Niet alleen tegenover mezelf, maar tegenover iedereen die me gesteund heeft op wat voor manier dan ook. Hopelijk herstel ik snel en kan ik stiekem gaan dromen over een revenge!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *